De geschiedenis van Drukkerij Morgenstond in Den Haag
Deze webpagina voeg ik toe in 2024. Als eigenaar van één van de laatste drukkerijen in Den Haag die zelf drukwerk maakt, vond ik het verstandig om de geschiedenis van mijn drukkerij eens te noteren, zodat mensen kunnen lezen hoe het gegaan is in de grafische industrie in Den Haag in de periode 1960-2024.
De start aan de Olststraat 25
De geschiedenis van Drukkerij Morgenstond in mijn familie begon in de vroege jaren 60. In die tijd was mijn Opa de directeur van een voor die tijd grote drukkerij in Leeuwarden, drukkerij Bouman. Die drukkerij was onderdeel van een groep grafische bedrijven, zodat hij ook verantwoording moest afleggen aan de directie van de holding die boven deze drukkerij groep stond. Het verhaal gaat dat hij zich niet kon vinden in bepaalde denkbeelden van deze groep mensen waardoor hij het verstandiger vond om zelf een drukkerij te beginnen.
Het leek hem daarbij handiger om een bestaande drukkerij te kopen dan er één vanaf stap 1 op te bouwen, dus hij startte de zoektocht naar een geschikt bedrijf. De regio Leeuwarden was niet logisch, want hij werd geboren in de regio Dordrecht en was opgegroeid in Rotterdam. Zodoende ging de tocht naar het westen. De stad Den Haag bood onderdak aan heel veel grafische bedrijven, die een ruime afzetmarkt vonden in het maken van drukwerk voor allerlei overheidsinstellingen die in Den Haag gevestigd waren.
De keuze bij het zoeken viel op een drukkerij die pas een paar jaar bestond en die gevestigd was in een nieuwbouwwijk van het naoorlogse Den Haag. De oude eigenaar had deze drukkerij de naam Drukkerij Morgenstond gegeven. De naam van de nieuwbouwwijk, die op haar beurt weer de naam had gekregen van een boerderij die vroeger in het gebied stond.
De eigenaar had om persoonlijke redenen het bedrijf te koop staan, en mijn opa heeft het bedrijfje toen in 1962 gekocht. De drukkerij werd eigendom van Nico Vink en was gevestigd aan de Olststraat 25, een straat die parallel loopt aan de drukke winkelstraat de Leyweg. Mijn opa vond het verstandig om zijn naam aan het bedrijf te koppelen, dus kwam er een uithangbord met de naam "N.W. Vink handels en familiedrukwerk"
Transport ging met de Solex en met de stadsbus. Mijn vader werd als kleine jongen vanaf Den Haag naar het groothandelsgebouw in Rotterdam gestuurd voor het bezorgen van drukwerk.
De verhuizing naar de Olststraat 4
Het bedrijfje groeide en mijn Opa kocht de eerste nieuwe machines als uitbreiding om de vraag van de klanten te kunnen bijhouden. Al die machines moesten in het kleine pandje, dat steeds krapper werd voor alle apparatuur. Aan de overkant van de straat kwamen 2 panden vrij, die aan elkaar gekoppeld konden worden met een smalle gang. Die locatie bood de mogelijkheid om door te groeien, dus het huurcontract was snel getekend.
In de zomer van 1968 werden de machines naar de overkant verhuisd en wat later volgde de feestelijke opening, waar alle klanten werden uitgenodigd. Onder het genot van een sigaret, drankje en bitterbal konden zij live zien hoe drukwerk daar ambachtelijk gemaakt werd. Voor veel mensen is de drukkunst iets wonderlijks en toen konden zij in de drukkerij zien hoe hun briefpapier of uitnodigingen gemaakt werden. Van mijn vader, Aad Vink, heb ik een foto dat hij op die dag drukwerk voor klanten aan het snijden was op de snijmachine. In die tijd werkte hij bij een drukkerij in Veenendaal op de Veluwe, maar op de openingsdag sprong hij natuurlijk wel even bij.
De productie van drukwerk in de jaren 70 en begin jaren 80
Het pand aan de Olststraat 4 was opgedeeld in verschillende ruimtes. Zo was er natuurlijk een donkere kamer (doka) om de films voor de nieuwe offsetpers te maken. Er was een donker snipperhok vol met jute zakken met het PTT logo waarin snippers papier verzameld werden. Ook in die tijd werd al het restpapier namelijk al verzameld en opgehaald door een haagse papierhandelaar Holleman om gerecycled te worden.
We hadden een montageafdeling waar de drukvormen in elkaar geplakt werden. Natuurlijk een afdeling afwerking, waar het papier gesneden werd en vervolgens nabewerkt werd met een nietmachine of vouwmachine tot het eindproduct. Er was een computerloos kantoor waar mijn vader Aad Vink de orders noteerde, de planning verzorgde en de prijzen berekende die klanten moesten betalen. Vervolgens was er een smalle gang. Deze was ongeveer maar 1 m breed en verbond de beide panden met elkaar.
Aan de andere kant van de smalle gang was de drukkerij waar de drukpersen stonden gegroepeerd. Qua routing was het dus niet ideaal; al het papier moest via de voordeur een hal ingedragen worden. Een deel van het inkomende papier kon qua maat direct naar de drukkerij, maar een ander deel moest eerst op de snijmachine kleiner gesneden worden voordat het gedrukt kon worden. Daarna ging dat papier door de smalle gang naar de drukkerij achterin, werd gedrukt, en ja, daarna moest het weer via de gang terug naar de snijmachine. Daar verwerkte de snijder de vellen tot de eindmaat die de klant besteld had. Vervolgens werd het drukwerk in papier verpakt en klaar gezet voor verzending.
De stapels papier stonden soms wel tot aan het plafond van het pand. De vrachtwagens van de papierleveranciers konden niet bij de voordeur van de drukkerij komen. Deze zat namelijk aan de achterkant van het pand, aan de kant waar de binnentuin tussen de flats zat. Daarom werden de vrachtwagens in de straat geparkeerd, en met een palletwagen werden de pallets met papier naar de ingang gereden. Vervolgens was daar een drempel, zodat die pallets niet meer verder konden. De snijder Gerrit was een heel potige kerel en zag er altijd wel de humor van in. Ze deden onderling wedstrijdjes papierpakken sjouwen. Mijn vader pakte 1 pak, hij 2. Mijn vader vervolgens ook 2, dan nam hij er 4. Het kam er altijd op neer dat Gerrit won, waarna hij altijd de uitspraak deed "Ik heb gewonnen baassie"
De omschakeling van boekdruk- naar offset drukpersen
Eind jaren 70, begin jaren 80, werd een nieuwe productiemethode in de drukkerijwereld een nieuwe standaard. In plaats van boekdruk persen zoals Heidelberger Degels en Cylinders, kwamen er offset drukpersen. Voor de bedrijfstak was dit een enorme omslag, want het hele productieproces veranderde qua werkzaamheden.
Niet alleen de drukker kreeg een ander soort machine waarmee hij moest leren werken, maar ook de mensen die de layouts om te drukken maakten. Iedereen moest alles helemaal anders gaan doen. De zetters die tot die tijd alle teksten loodlettertje voor loodlettertje bij elkaar raapten moesten gaan werken met films waarop het te drukken beeld belicht werd. De teksten werden voortaan niet meer handmatig uit lood geraapt, maar werden op een computer gezet. Uit mijn hoofd heette deze machine de Quadritek. Eigenlijk was het een soort typemachine met beeldscherm en fototoestel in één, want de teksten werden op fotopapier belicht waarbij de vorm van de letters op glazen plaatjes stond die je in de machine moest laden. Toen had je dus geen keuze uit duizenden lettertypes, want die schijfjes waren duur.
Het fotopapier bevatte hierna de gezette tekst. Die was natuurlijk nog niet passend voor de uiteindelijke layout, dus moest je het papier knippen. Om dat vel zelfklevend te maken moest je het door een machientje halen. Dat ding was van Agfa en had de naam Copyproof en bracht een laag was aan op de achterkant van het vel. Daarna kon je er dus weer mee verder; je moest het nu op de goede plek plakken op een vel papier waarop dan de uiteindelijke layout ontstond. Dat vel papier met de layout ging onder de camera in de donkere kamer (doka). Daar werd het gefotografeerd onder een enorme camera, en had je een film met de pagina. Zo'n film moest je daarna door een ontwikkelmachine voeren die ook in de doka stond. Deze films kon je alleen in rood licht verwerken, zodoende brande er dus altijd rode TL verlichting. Nou waren we er nog niet, want met films kan een drukpers niks, die heeft offsetplaten nodig waarop het beeld staat. De films moest je dus eerst monteren op een groot vel dat over de offsetplaat gelegd werd. Omdat er wel eens stofjes op de film aanwezig waren tijdens het fotograferen, moest je dat op een lichttafel doen. Deze liet mooi alle plekken zien waar een stofje aanwezig was, en die plekjes moest je dan met een penseeltje met verf uitdekken (retoucheren). Als alles klaar was kon je met een onbelichte offsetplaat en de filmset naar het belichtingsraam lopen. Dat was een kast met een enorm felle UV lamp die het beeld van de film op de offsetplaat brandde. Die plaat moest je daarna op een spoelmeubel leggen. Dat was een tafel met rondom heel hoge randen om het spatten van water op te vangen, want ja, je moest de plaat schoon wassen. Als dat eenmaal gedaan was kon deze naar de drukkerij, waar de drukker hem in een toren van de offsetdrukpers kon hangen. Elke kleur die op het drukwerk moest komen stond op een aparte plaat, dus het was een heel werk om dat voor elkaar te krijgen.
- Itek Quadritek Photo Typesetting System
- Itek Quadritek Photo Typesetting System
- Agfa Copyproof System
De dag van de verhuizing naar Zichtenburg
Volgens de verhuiskaart sloot Drukkerij Morgenstond op vrijdagmiddag 20 juli 1984 haar deuren aan de Olststraat. In de week erna werden de machines verhuisd naar de Zichtenburglaan. Bij het plaatsen van een nieuwe machine werd altijd gebruik gemaakt van een bouwbedrijf en een elektriciën uit onze klantenkring. Zij zorgden ervoor dat de machines op transport konden. De aannemer werd ingezet om de gevel open en dicht te maken zodat de machines er door konden, en de elektricien zorgde er natuurlijk voor dat dit niet al te spannend verliep.
Het verhuizen van alle apparatuur was uitbesteed aan het bedrijf dat de machines in Nederland verkocht, Tetterode uit Amsterdam. Zij hadden ruime ervaring met het vervoeren en optakelen van deze zware apparaten met heftrucks en vrachtwagens. Ik weet wel dat het proces niet helemaal volgens planning verliep, omdat er een aantal mensen niet tijdig kwam opdagen. Daar was mijn Opa nogal ontstemd over, dus die heeft een brief naar de directie gestuurd, die ik waarschijnlijk nog wel heb. Zoals je op de foto's kan zien was het die week mooi weer, hetgeen het werken wel vergemakkelijkte.
En dan was het pand uiteindelijk helemaal leeg.